Geloofsverklaring

Inleiding

Het woord van God, zoals ons in de Bijbel is overgeleverd, is het enige richtsnoer voor ons geloof en leven. De belijdenis die hierna volgt, vormt de geestelijke grondslag voor onze geloofsgemeenschap. Op deze basis willen wij een hechte gemeenschap vormen; één in streven en overtuiging. Wij erkennen dat deze belijdenis van fundamentele betekenis is voor de verkondiging van het evangelie. Het gezag van deze belijdenis is echter ondergeschikt aan dat van de Bijbel en deze belijdenis geeft ook niet alle Bijbelse waarheden weer.

Ps. 119:105; Heb. 4:12; Heb. 5:11-6:3, 2 Tim.3:16-17

Artikel 1 – God, Zijn wezen

Wij geloven in één God, de eeuwige Schepper en Onderhouder van hemel en aarde. Hij heeft zich in de Schrift geopenbaard als de drie-enige God: Vader, Zoon en Heilige Geest. Zijn bestaan kan uit zijn werk, de schepping, worden afgeleid. De Bijbel doet Hem, JAHWEH, kennen als de Almachtige, de Alwetende en de Heilige God, ten opzichte van wie alle mensen tekort schieten. Door zijn handelen met zijn volk Israël en de nieuwtestamentische gemeente, en in Jezus Christus, Zijn Zoon, heeft Hij zich bovenal doen kennen als de Verlosser, die wil dat alle mensen behouden worden.

Deut. 6:4; Rom. 1:19, 20; Jes. 42:8; Gen. 17:1; Hebr. 4:13; Lev. 11:45; 1 Tim. 2: 3,4; Mt. 28:19; Joh. 15:26

Artikel 2 – Jezus Christus, Zijn persoon

Wij geloven dat Jezus Christus volledig God is en volledig mens was.Hij heeft echter nooit gezondigd. Hij is de eerstgeborene van de hele schepping en de eniggeboren Zoon van de levende God, onze Heer en Verlosser. Hij is verwekt door de Heilige Geest en geboren uit de maagd Maria. Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is gekruisigd, gestorven en begraven en op de derde dag opgestaan uit de doden. Deze Jezus is opgevaren naar de hemel, waar Hij zit aan de rechterhand van God, bekleed met alle macht in hemel en op aarde.

Mt. 1: 20; 16:16; Joh. 3:16; Luc. 1:35; Joh. 19:15, 16 en 30; Luc. 24:6; Hand. 1:9-11; Joh. 14:6; Hebr. 10:12; Mt. 28:18; 2 Kor. 5:21; Hebr. 4:15; 1 Petr. 2: 22; 1 Joh. 3:5; Fil. 2:5-11; Joh. 1: 1-18; 1 Joh. 4:1-3

Artikel 3 – Jezus Christus, Zijn persoon en verzoeningswerk

Wij geloven dat Jezus Christus tijdens op aarde kwam om de Vader bekend te maken, omdat niemand ooit God had gezien. Wie Hem gezien heeft, heeft de Vader gezien. Hij kwam om een blijde boodschap te brengen, om aan gevangenen vrijlating te verkondigen, om blinde ogen te openen, en verbroken mensen in vrijheid heen te zenden.

Wij geloven dat Jezus Christus aan het kruis, als plaatsvervanger voor ieder mens, de straf voor de zonde droeg. De straf die wij verdiend hadden, heeft Hij op zich genomen en zo kan ieder mens verzoening en vrede met God ervaren. Hij heeft als volmaakte Hogepriester zichzelf als smetteloos offer gegeven, zodat alle mensen die in Hem geloven geheiligd zijn. Daarom is Hij de Weg de Waarheid en het Leven.

Wij geloven dat niemand tot God de Vader kan komen, dan alleen door Jezus Christus. Hij kwam om de werken van de duivel te vernietigen en om ons leven in overvloed te geven. Wie in Hem gelooft, zal niet veroordeeld worden, maar heeft eeuwig leven. Het is Gods verlangen om alle mensen te redden, en daarom heeft Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven: Jezus als de enige Middelaar tussen God en mensen. Dit geschenk van God is een genade voor ons; we hebben het niet zelf verdiend door inspanning of werk. Door het belijden van onze zonden worden we gereinigd.

Joh. 1:18,29; Joh. 14:6-9; Luc. 4:18-19; Jes. 53:1-7; Joh. 3:16; Kol. 2:13-15; Hebr. 9:11-28; 1 Joh. 3:8; Joh. 10:10; Joh. 5:24; 1 Tim. 2:3-6; 1 Joh. 2:1-2; Rom. 3:23-24, Ef. 2:8-9, 1 Joh. 1:7-9; Jes. 61: 1-2

Artikel 4 – De Heilige Geest, Zijn persoon en werk

Wij geloven in de Heilige Geest. Hij overtuigt van zonde tot bekering. Door Hem ontvangen wij kracht om getuigen van Jezus te zijn en om de zonde na te laten en een heilig en overwinnend leven te leiden, waarin de vrucht van de Heilige Geest zich kan openbaren. Hij deelt gaven uit aan een ieder zoals Hij dat wil, tot welzijn van de gemeente en tot vervulling van haar taak in de wereld.

Gen. 1:2; Joh. 16:5-15; Joh. 6:63; Hand. 1:8; Tit. 3:4-7; Gal. 5:22; 1 Kor. 12:1-11; 1 Kor. 12:7; 1 Kor. 14:12; Jer. 31:31-34; Ez. 36:26 en 27

Artikel 5 – Openbaring en Heilige Schrift

Wij geloven dat de Bijbel, die de geschriften van het Oude en Nieuwe Testament omvat, het door de Heilige Geest geïnspireerde woord van God is en Gods openbaring aan ons mensen. Daarom is de Bijbel de onfeilbare en gezaghebbende norm en inspiratiebron voor geloof, leer en leven.

Rom. 15:4; 2 Tim. 3:16; 2 Pe. 1:20 en 21; Luc. 21:33; Mt. 5:18 en 19; Jes. 40:8; Joz. 1:8

Artikel 6 – De mens

Wij geloven dat de mens oorspronkelijk goed en volkomen is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Door moedwillige overtreding is de mens in zonde gevallen en daardoor onderworpen aan de lichamelijke en geestelijke dood. Door de zonde valt iedere mens onder het oordeel. Redding hiervan is alleen mogelijk door aanvaarding van het verlossingswerk van Jezus Christus.

Gen. 1:27-31; Gen. 3:6, 17-19; Rom. 5:12-17

Artikel 7 – De nieuwtestamentische gemeente

Wij geloven dat de gemeente van Jezus Christus gevormd wordt door alle mensen die Jezus Christus erkennen als degene die plaatsvervangend voor hun zonde gestorven is en zich daardoor verzoend weten met God de Vader. Iedere wedergeboren gelovige maakt zodoende deel uit van deze universele gemeenschap, die ook genoemd wordt ” de berg Sion ” en “ het nieuw Jeruzalem ”.

Wij geloven dat God zijn heilswerk onder leiding van Jezus Christus als hoofd en door de kracht van de Heilige Geest, door Zijn gemeente in deze wereld wil realiseren.

Wij geloven dat de gemeente de opdracht heeft Gods Koninkrijk bekend te maken op aarde door de verkondiging van het evangelie in al zijn volheid aan alle mensen en hen te maken tot discipelen van Jezus Christus, hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en hen te leren onderhouden al wat Jezus Christus bevolen heeft. Deze opdracht gaat vergezeld van de belofte dat tekenen en wonderen de gelovigen zullen volgen, zoals de genezing van zieken, het uitdrijven van boze geesten en het spreken in nieuwe tongen.

Wij geloven dat de universele gemeente van Jezus Christus, Zijn volk, een locale expressie kent in de vorm van gemeenschappen van christenen met als kenmerk een familiestructuur. De locale gemeente heeft als opdracht een gemeenschap te vormen waarin; Jezus Christus aanbeden wordt, onderlinge liefde en dienstbetoon centraal staat, gelovigen worden toegerust tot dienstbetoon, de gelovigen pastorale zorg ontvangen en de zendingsopdracht uit Matteüs 28:19 uitgewerkt wordt.

De locale gemeente wordt bestuurd door de dienst van oudsten. Iedere gelovige behoort zich in een locale gemeente te voegen.

Wij geloven dat de vijfvoudige bediening bestaande uit apostel, profeet, herder, leraar en evangelist de vijf gaven van Christus zijn, gegeven aan de gemeente, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon. Wij geloven dat het fundament van een gemeente wordt gelegd door apostelen en profeten en dat Christus zelf de hoeksteen is.

Ef. 1:22,23; Ef. 3:10,21; Ef. 4:15,16; Kol. 1:18; 1 Tim. 3:15; Hebr. 10:21; 1 Kor. 12:13; Hebr. 12:22,23; Opb. 21:2; Hand. 1:8; Mc. 16: 15-18; Mt. 28:18,19; Lc. 9:2;Hand. 2: 41-47; Hand. 20: 24-28; Rom. 1:15; Rom. 15,18,19; Gen. 12:3b (AV); Ps. 68:6; Mt. 12:50; Rom. 8:16; Ef. 2:19; Ef. 3:14,15 (AV); 1 Cor. 4:15; Joh. 13:35; 1 Kor. 13:13; Kol. 3:14; 1 Joh. 3:16; 1 Joh. 4:7-8; 1 Petr. 4:8; 2 Tim. 2:22; Mt. 5:13-16; Ef. 4:11,12; Ef. 2:20

Artikel 8 – Doop en Avondmaal

Wij geloven dat de Doop door onderdompeling in water een openbaar getuigenis is van met Christus gestorven en opgewekt te zijn tot een nieuw leven. Allen die van harte geloven dat Jezus de Christus is en Hem erkennen als hun Verlosser en Heer, behoren in gehoorzaamheid aan zijn bevel gedoopt te worden in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

Wij geloven dat vieren van het Heilig Avondmaal een uiting van ons deelhebben is aan het lichaam en bloed van onze Heer Jezus Christus en een verkondiging is van zijn dood, totdat Hij komt. Elke gelovige wordt opgeroepen om het avondmaal met andere christenen op waardige wijze te vieren. De gelovigen nemen na zelfonderzoek deel aan het eten van het brood en het drinken van de vrucht van de wijnstok.

Mt. 3:13-17; Mt. 28:19; Hnd. 22:16; Mt. 26:26-29; 1 Kor. 11:23-29; Rom. 3:6; Hand. 8:35-39; 1 Petr. 3:21; 1 Kor. 10:14

Artikel 9 – Doop in de Heilige Geest; Uitingen van de Geest

Wij geloven dat God zijn gemeente toerust door de gelovigen te dopen in de Heilige Geest. Deze doop, ontvangen door geloof, wordt onder andere herkend door het spreken in nieuwe tongen, zoals de Geest deze geeft uit te spreken en ook door het functioneren van andere geestesgaven in de levens van de gelovigen.

Hand. 1:4,5; Hand. 2:1-4; 1 Kor. 12:1-11, 28-31; 1 Kor. 14; Ef. 5:18-21; Rom. 12:6-8; Joël 2:28; Hand. 8:14-20; Hand. 10:44-46; Hand. 19:1-6

Artikel 10 – Toekomstverwachting

Wij geloven dat Jezus terugkomt om als Koning in heerlijkheid te regeren. Wij verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid en vrede is. Wij geloven dat Jezus als Rechter een rechtvaardig oordeel zal vellen over levenden en doden. Dat oordeel houdt in eeuwig leven en heerlijkheid voor hen die Jezus als Verlosser en Heer tot hun heil zijn blijven verwachten en eeuwige verlorenheid voor hen die dat niet hebben gedaan.

Mt. 24; Luc. 17:20-37; Joh. 5:28,29; 1.Kor. 15; 1 Tes. 4:13-18; Hebr. 9:27,28; 2 Kor. 5:10; Hand. 17:31; Jes. 13:9-11; Dan. 12:1,12; Opb. 3:10; 20:11-15; Opb. 21

Artikel 11 – Huwelijk

Wij geloven dat huwelijk een door God ingesteld verbond is, tussen een man en een vrouw. Wij geloven dat een huwelijksverbond voor Gods aangezicht gesloten dient te worden, onder aanwezigheid van getuigen en dat dit een verbintenis is voor het leven.

Gen. 2:24; Mt. 9:4-6; Mc. 10:6-9; Ef. 5:22-33

Artikel 12 – Geld en Goederen

Wij geloven dat God geld en eigendommen aan de mensen toevertrouwd en dat het onze verantwoordelijkheid is hier als een goed rentmeester mee om te gaan. Wij geloven in het principe van de tienden, die aangewend worden voor hen die in dienst van de Heer staan.

Daarnaast kunnen vrijwillige offergaven gegeven worden voor bepaalde doelen als zending, ondersteuning van de armen etcetera.

Deut. 8:18; 1 Kron. 29:12; Lc. 16:1-15; Lc 19:11-27; Gen. 14:18-20; Lev. 27:30; Hebr. 7:1-10; Lc. 11:42; Mal. 3:8-12; Num. 18:21; Spr. 19:17; 2 kor. 9:6-11; Lc. 6:38; Hand. 20:35

Slotverklaring en oproep

Op deze belijdenis willen we ons verenigen om samen volk van God te zijn en samen Hem te dienen. Deze belijdenis is opgesteld met het geloof dat de waarheid ervan brede erkenning zal vinden en zo tot eenheid mag strekken. Dit alles tot eer van de drie-enige God, de Vader, Schepper van hemel en aarde, en Jezus Christus het hoofd van de gemeente en de Heilige Geest, de Trooster die tot de volle waarheid leidt.

Judas 24,25